Een buurjongen had het beest gevonden op straat, om de hoek van de dierenwinkel. Een grote bruine vogel met een enorme snavel. “Hij kan niet vliegen, maar misschien weet jij een oplossing?”, was de vraag aan Esdra, aka Mr. Rimboe, van de gelijknamige dierenwinkel aan de West-Kruiskade.
Die weet meteen wat te doen. “Dat is een snip, een beschermd dier. Die mag je zeker niet houden. Een snip is ook een ander woord voor 100 gulden. Vroeger stond die vogel op een briefje van 100, weet je nog?”. De buurjongen, geboren ver nadat de euro geïntroduceerd werd en die niets van het mooie en wereldberoemde ontwerp van het Nederlandse briefgeld af weet, kijkt Esdra glazig aan. Hij zoekt een afbeelding van het 100 gulden biljet op zijn telefoon op.
“Mooi toch, een vogel op je geld?”
Nadat Esdra de vogel in een kooi heeft gezet en hem een bakje water heeft gegeven, belt hij de dierenambulance. De vrijwilligers zijn er binnen een kwartier en vertellen dat het grootste probleem de duiven zijn. “Die raken verstrikt in touwtjes en nylon draad”, zegt een van de dierenredders. “Alles wat van nylon is niet op straat gooien!”, is het devies.
Terwijl ze de snip in een doos stoppen vertelt Esdra over het goudhaantje dat de week ervoor tegen een raam gevlogen was. “Ik heb ‘m wat meelwormen gevoerd en in dat olijfboompje op de stoep gezet en binnen no time vloog hij weg.”